Het is herfst. De dagen worden steeds korter, de temperaturen dalen. Sommige mensen zien nu al op tegen die lange donkere wintermaanden. Niet getreurd! Beleef nu alvast de nodige voorpret door voorjaarsbollen te planten. Dan kun je straks al heel vroeg genieten van prille bloemenkleuren in een verder nog bruine, kale tuin of op je balkon of terras. Want de meeste bollen kunnen ook prima in een pot geplant geworden, zeker de kleinere exemplaren en tulpen met stevige stengels. Ons tuincentrum in Oosterhout geeft je alvast wat tips voor het planten van voorjaarsbollen. Je hebt nog zeker tot eind november om bollen te planten, maar wees er op tijd bij, want voordat je het weet zijn ze alweer uitverkocht.
Het voorjaar begint in de herfst
Vroeg bloeiende voorjaarsbollen, zoals sneeuwklokjes, blauwe druifjes, winterakonieten, mini-irisjes en sterhyacinten (Scilla) kun je vanaf eind september tot eind oktober planten. Plant vooral deze kleine bolletjes zo snel mogelijk na aankoop, anders kunnen ze uitdrogen. Soorten die iets later bloeien, zoals narcissen en tulpen, plant je in oktober of november en nog latere soorten, zoals de sierui (Allium) en prairielelie (Camassia), van november tot uiterlijk medio december. Allemaal zolang het niet vriest en de grond niet bevroren is.
Waar plant je voorjaarsbollen?
Je kunt ze vrijwel overal planten, zolang het maar buiten is, want voorjaarsbollen hebben een koude periode nodig om tot bloei te komen. De meeste houden van zon of lichte schaduw en goed waterdoorlatende grond, want als ze te vochtig staan kunnen de bollen gaan rotten. Bloembollen als narcissen en tulpen kunnen prima in de border tussen de vaste planten, zodat je na de bloei het afstervende loof (dat moet je nooit afknippen, omdat de bollen daar energie uit halen om volgend jaar weer te kunnen bloeien) kunt wegmoffelen.
Aan de voet van bladverliezende struiken en bomen kun je verwilderings- of stinzebollen toepassen. Als ze het daar naar hun zin hebben, vormen ze in de loop van de jaren een vrolijk gekleurd tapijt. Dat kan bijvoorbeeld met krokussen, sneeuwklokjes, kievietsbloemen (Fritillaria meleagris), sneeuwroem (Chionodoxa) en winterakonieten. Pas in het voorjaar dan wel op met gras maaien. Het is handig meteen een label met de naam van de voorjaarsbloeiers bij de bollen in de grond te plaatsen, mocht je nog vaste planten of struiken willen planten of verplanten dit najaar.
In een pot voor op je balkon of terras kun je meerdere soorten combineren. De grootste en laatst bloeiende soorten doe je onderin, dan weer een laag aarde, dan de kleinere en eerst bloeiende. Zorg ervoor dat de bollen elkaar niet raken en ook niet te dicht bij de rand van de pot komen (dan is er meer risico dat ze bevriezen bij strenge vorst – mocht die ooit nog een keer komen). Dit wordt de laagjes- of lasagnamethode genoemd. Heel leuk om eens te proberen.
Hoe plant je bollen?
Drie gouden tips
- Plant de bol twee tot drie keer zo diep als de bol hoog is.
- Plant ze met het puntje naar boven. Is het niet duidelijk wat de onder- of bovenkant is? Plant de bol dan horizontaal, dan groeit ’ie vanzelf de goede kant op.
- Voor een zo natuurlijk mogelijk resultaat strooi je de bollen losjes uit over de plek waar je ze wilt en plant je ze waar ze terecht zijn gekomen.
Er is heel veel te vertellen over voorjaarsbollen, dus houd deze site in de gaten voor meer informatie en tips. Vooruit, nog één bollentip dan: oktober is ook een prima tijd om biologische knoflook te planten, ook een soort bol natuurlijk.